De drie zaken
– aansluit bij de kennis van jouw vakgebied;
– relevant is;
– onderzoekbaar is;
– leidt tot een antwoord waar je ook op zoek naar bent.
Dit planplaatje geeft je – als je dat wilt – de basis van je promotieonderzoek. Alle onderdelen uit het planplaatje hebben met elkaar te maken, daarom zijn de pijlen ook tweezijdig.
Bijvoorbeeld:
– de deelvragen en methodes (de hoe) zijn onderdeel van een strategie die gebruikt wordt in jouw vakgebied (de wat)
– de reden van jouw onderzoek (het waarom) is gelegen in de wenselijkheid van het antwoord (het wat)
– de reden voor jouw onderzoek (het waarom) is gelegen in een hiaat in het vakgebied (het wat).
Samenhang
Die samenhang tussen de elementen heeft gevolgen: alle elementen komen op het terrein van de andere elementen én bij elke keuze die je maakt moet je kijken of er inderdaad nog de nodige wederzijdse samenhang is tussen de verschillende elementen. Is dat niet het geval, dan zul je aanpassingen moeten doen.
Uiteindelijk werk je toe naar een planplaatje waarbij:
– alle elementen een heldere invulling hebben gekregen;
– alle elementen naadloos op elkaar aansluiten.
Waar je precies begint, maakt eigenlijk niet uit, als het planplaatje uiteindelijk maar klopt.
Hoe gebruik je een planplaatje?
Hoe kan dit plaatje je nu helpen om overzicht te houden over je onderzoek? Simpelweg door het uit te werken voor jouw onderzoek, door te kijken wat je al in kunt vullen, waar nog onderdelen ontbreken, door te kijken of er nog overal samenhang is. Als je alle onderdelen uit dit planplaatje hebt uitgewerkt, heb je in feite je complete promotieplan klaar. Plak er data aan deadlines aan vast, en je weet wat je te doen staat.
Dus: pak een flipovervel, hang het op de muur en vul de verschillende onderdelen in. Je ziet vanzelf waar je het overzicht verliest, waar de samenhang ontbreekt, of waarom je iets aan het doen was. Handig hulpmiddel dus, zo’n planplaatje.
Heb jij andere methodieken om het overzicht over je onderzoek te bewaren? Ik nodig je van harte uit om te reageren.
Ik kijk vooral telkens naar mijn (groeiende) inhoudsopgave en door veel te lezen blijf je je werk aanpassen en wordt het beter gestructureerd.