jijzelf

Veel promovendi werken niet, ze ‘overwerken’. Omdat ze het idee hebben dat méér beter is, werken ze zo lang en zo hard dat het werken niet meer effectief is. En ‘overwerken’ is dodelijk voor je creativiteit. Terwijl je die creativiteit als promovendus juist zo hard nodig hebt. Je zou het zo kunnen zien: iedereen is eigenlijk een visvijver vol met creatieve ideeën. Als je ‘overwerkt’ dan ‘overbevis’ je de vijver, op een gegeven moment gooi je je hengel tevergeefs uit, je ideeën en je energie raken uitgeput.

blank

En het lastige is: op een universiteit wordt je aangemoedigd om te ‘overwerken’. Het is heel gewoon om veel uren te maken, veel thuis te werken, ’s avonds gebeld te worden door je begeleider, kritiek te krijgen als je in je weekend je mail niet beantwoord. Veel werknemers op universiteiten verliezen de balans tussen werk en plezier, tussen werk en vrije tijd. En het tegenstrijdige is: hard werken geeft status en wordt gezien als iets goeds. Op een bepaalde manier kun je verslaafd raken aan dat ‘overwerken’, of het nu iets oplevert of niet. Met andere woorden: je kunt een workaholic worden.

We zagen vaak ‘ik ben aan het werk’, of ‘ik heb een deadline’, en vinden dat dat een goede verklaring is om niet aanwezig te zijn bij vrienden en familie, of om bepaalde verantwoordelijkheden en commitments te laten voor wat ze zijn. En als ik een stap verder ga: vaak ‘overwerken’ we niet om dingen gedaan te krijgen, maar om bepaalde zaken te ontlopen, zoals gevoelens of je partner. Voor veel workaholics – of moet ik zeggen, voor veel promovendi – is tijd voor jezelf en tijd voor plezier iets angstigs. Het idee alleen al maakt veel promovendi nerveus.

Hoe vaak vertel je jezelf  dat als je meer tijd zouden hebben, dat je dan natuurlijk plezier zou maken? Maar veel promovendi vullen nieuwe vrije tijd met meer werk. Hoeveel tijd geef jij jezelf om gewoon ongecompliceerd plezier te hebben? Als promovendi ongemotiveerd of ongeïnspireerd raken, vermijden ze plezier. Waarom? Omdat plezier rechtstreeks leidt tot creativiteit. Plezier leidt tot een gezonde vorm van anarchie, tot vrolijke rebellie, het maakt dat je je eigen kracht voelt. En dat is vaak angstig.

‘Ik heb misschien een klein beetje last van ‘overwerken’, maar ik ben zeker geen workaholic’, hoor ik vaak.

Mijn suggestie: doe de volgende test (ontleend aan het boek ‘The artists way at work, riding the dragon‘ van Mark Bryan, Julia Cameron en Catherine Allen), en bepaal het voor jezelf.

Geef bij elke vraag aan of je dat zelden, vaak, altijd of nooit doet.

  1. Ik werk buiten kantooruren.
  2. Ik zeg afspraken met vrienden en familie af om te kunnen werken.
  3. Ik stel afspraken uit tot na de deadline.
  4. Ik neem werk mee naar huis in het weekend.
  5. Ik neem werk mee op vakantie.
  6. Ik neem vakantie.
  7. De mensen om me heen klagen dat ik altijd aan het werk ben.
  8. Ik probeer twee dingen tegelijkertijd te doen.
  9. Ik gun mezelf tijd tussen twee projecten in.
  10. Ik zorg dat ik een taak goed afrond en afsluit.
  11. Ik stel het uit om de laatste losse eindjes af te maken.
  12. Ik neem me voor om iets te gaan doen, en ga vervolgens tegelijkertijd met drie andere dingen aan de slag.
  13. Ik werk ’s avonds (in tijd die eigenlijk voor familie en vrienden bedoeld is).
  14. Ik vind het prima als een telefoontje m’n werk onderbreekt of maakt dat m’n werkdag langer duurt.
  15. Ik plan m’n dagen zo dat er elke dag ruimte is voor een uur creatief werk of voor plezier.
  16. Ik stel m’n plezier boven m’n werk.
  17. Ik zorg dat ik mijn agenda aanpas aan die van anderen.
  18. Ik gun mezelf tijd om helemaal niets te doen.
  19. Ik gebruik het woord deadline vaak om m’n werkdruk te beschrijven.
  20. Als ik ergens naartoe ga, zorg ik dat ik altijd iets bij me heb om te kunnen schrijven en zorg ik dat ik m’n telefoon bij me heb om door collega’s gebeld te kunnen worden.

Er is een heel groot verschil tussen enthousiast aan het werk zijn met een bepaald doel voor ogen en het soort werken dat hoort bij een workaholic. De truc is om het onderscheid te leren tussen werken en ‘overwerken’. Wat je kan helpen, is zorgen dat je dagelijks bijhoudt hoeveel tijd je hebt besteed aan werken, en hoeveel tijd aan plezier. Zelfs een uur van plezier en creativiteit in de week kan je heel erg helpen om de gevoelens van hopeloosheid en wanhoop die bij een workaholic horen te voorkomen.

En om er nog maar een analogie tegenaan te gooien: een alcoholist wordt nuchter door niet meer te drinken, een workaholic wordt nuchter door niet meer te ‘overwerken’.

Iets anders wat je zou kunnen helpen is een lijst maken van dingen die je niet meer wilt, bijvoorbeeld:

  • niet werken in het weekend
  • geen telefoontjes met collega’s ’s avonds na 8 uur
  • geen werk meenemen op vakantie
  • niet langer dan één uur per week ’s avonds werken

Hang die lijst ergens zichtbaar voor jezelf op. En herinner jezelf eraan dat je bezig bent om de kwaliteit van je werk te verbeteren door te werken in plaats van te ‘overwerken’. Het lastige is dat de meeste workaholics omringd zijn door andere workaholics, universiteiten zitten er vol mee, en nieuw gedrag kan bedreigend zijn voor collega’s. Ook voor jezelf kan het de eerste paar weken van je ‘nieuwe werken’ heel onprettig, onveilig en gek voelen. Mijn suggestie: regel in de eerste weken van je ‘nieuwe werken’ een korte vakantie (al is het maar een dag) en ga iets leuks, plezierigs en creatiefs doen na werktijd. Dat helpt je.

Wil je op de hoogte blijven van alle handige tips, trucs en tools? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief van Louter Promoveren en ontvang bovendien 321 #promotietips en maak óók nog eens kans op een promotie-succes-sessie! Klik hier.    

 

     foto van Flickr, met dank aan Johan Koolwaaij

Schrijf je in voor gratis promotietips

blank

2 reacties

  1. Je artikel geeft weer hoe het vaak gaat en geeft ook aan dat er druk van buiten is (de begeleiders die verwachten dat je zo hard en veel werkt), maar omschrijft niet hoe met deze verwachtingen om te gaan. Kun je hier wat meer over zeggen?

    Daarnaast ervaar ik regelmatig periodes op mijn werk waarin ik weinig creatief en productief ben. Ik voel me dan weer schuldig. Vervolgens komt er weer een fase waarin ik wel weer productief kan zijn en erg veel werk en alles probeer in te halen.
    Heb je daar nog tips voor?

    • Beste GP, dank voor je reactie. Je vragen vergen een uitgebreider antwoord dan ik hier kan geven. De komende tijd zal ik er blogs over schrijven.
      Een kort antwoord op de vraag hoe je om kunt gaan met de verwachtingen van je begeleiders: ga het gesprek erover aan. Dat lijkt lastiger dan het daadwerkelijk is. Waar je over kunt praten is de frequentie, de manier en wijze van communiceren met elkaar en over wederzijdse verwachtingen; onderwerpen die je op de agenda van je volgende gesprek zou kunnen zetten. Helder krijgen wat de wederzijdse verwachtingen zijn is ontzettend belangrijk in een promotietraject. Simpelweg praten over werkdruk kan al heel veel helderheid geven. Want wil je begeleider dat je meer dan 40 uur werkt? Wil je begeleider dat je in het weekend je mail leest? Of denk je alleen maar dat dat zo is? (zie ook de blog over het verschil tussen gebeurtenis en interpretatie). Heb je voor jezelf helder wat je verwachtingen zijn? Weet je wat de verwachtingen van je begeleider zijn? Zorg dat je voorafgaand aan het gesprek helder hebt wat voor jezelf wel of niet haalbaar/redelijk/te doen is en waarom, zodat je dat in het gesprek naar voren kunt brengen.
      De afwisseling tussen hele creatieve en productieve periodes met periodes waarin dat minder gaat, komen vaak voor. Met bijbehorende schuldgevoelens 😉 Wat vaak gebeurt is dat de energiebalans niet goed is: je gebruikt in de ‘goeie’ periodes teveel energie, zodat je daarna met een tekort zit. En dat werkt dus niet. Betekent eigenlijk dat je in de ‘goeie’ periodes te weinig tijd neemt om jezelf op te laden, omdat je het idee hebt dat dat niet nodig is, omdat het juist zo ‘goed’ gaat. In een ‘goeie’ periode proberen in te halen wat daarvoor niet gelukt is, maakt alleen maar dat je weer eerder in een ‘slechte’ periode komt, omdat je jezelf te veel druk oplegt, te veel energie verbruikt.
      Een heel simpele remedie (maar lastig om daadwerkelijk te doen!): zorg dat je een keer per week iets doet wat je leuk vindt, het liefst iets nieuws, wat je nog niet eerder gedaan hebt, helemaal alleen, helemaal voor jezelf. Kan iets kleins en iets groots zijn (naar museum, op ’n nieuwe plek koffie drinken, in een bus stappen zonder te weten waar die uitkomt, naar ’n concert), als je het maar doet omdat jij het leuk vindt! (en niemand hoeft er iets van af te weten). ’t Is de beste energieoplader die er is, en doet wonderen voor je creativiteit en productiviteit!

Geef een reactie

Je email adres wordt niet gepubliceerd. Required fields are marked *

Plaats reactie